Las Médulas, door de mens geschapen landschap


Las Médulas is een uniek gebied in de regio 'El Bierzo' (provincie León) dat in Romeinse tijd vanwege haar rijkdom onderhevig was aan één van de grootste projecten van gouddelving. Dit in die periode zeer ambitieuze project heeft geleid tot een ingrijpende landschappelijke verandering, met als resultaat een spectaculair 'park' van roodgekleurd zand, kastanjes en eiken. Het werd in 1997 vanwege haar archeologisch belang en als natuurgebied door de Unesco verklaard tot Internationaal Erfgoed.

Geschiedenis
Hoewel de rijkdom aan goud in het gebied al eerder door de inheemse bevolking op kleine schaal was geëxploiteerd, waren het de Romeinen die hier ernst mee begonnen te maken. Dit gebeurde al in de tijd van keizer Augustus, die tussen 26 en 19 v. Chr. het iberische schiereiland definitief voor Rome veroverde.

Plinius de Oude was in zijn jonge jaren administrateur van de mijnen. Hij vertelt in zijn geschriften dat ze per jaar zo'n 6540 kilo goud opleverden. Over 250 jaar exploitatie gerekend maakt dat een totaal van 1.635.000 kilo. Hiervoor werden 60.000 arbeiders gebruikt.

Volgens berekeningen van de archeoloog Antonio García Bellido werd hiervoor 500 miljoen m³ aan aarde verplaatst. Als dat zo is dan zou het werkelijke aantal van 'werknemers' in de mijn tussen de 10.000 en 20.000 man moeten schommelen.

'Ruina montium', de vernietiging van een berg
Het systeem voor de gouddelving werd 'ruina montium' (gebroken berg) genoemd. Het bestond eruit dat er kanalen werden gegraven om over het water dat in grote mate in de gebied aanwezig is te beschikken. Deze werd bewaard in in de grond uitgegraven depots. Ook werd daar in de winter sneeuw in bijeengebracht, dat later zou smelten. Ondertussen werden er tunnels gegraven in de heuvels, waar het goud aanwezig was. Op het laatst werd het water met enorme kracht door die tunnels gepompt met als gevolg dat de betreffende heuvel 'explodeerde' en het goud in de brokstukken (ruïnes) ervan geraapt kon worden. Er wordt geschat dat er 300 kilometer aan kanalen en tunnels van tussen 1,28 en 1,60 meter breed gegraven zijn. Dit was ongetwijfeld het moeilijkste en meest kostbare werk.

Plinius de Oude beschrijft het werk in de mijnen als harder en gevaarlijker dan het pareloesterduiken. Toch werd het nooit m.b.v. slaven gedaan. Degenen, die er werkten, waren plaatseling bevolking, die dat deed dat als betaling 'in natura' van belastingen aan het Romeinse rijk.

Na de exploitatie
In de derde eeuw n.C. werd de exploitatie van de mijn, vooral vanwege de kosten, opgegeven. Daarna kreeg de natuur er de kans om o.a. kastanjes, eiken en steeneiken te doen oprijzen. Vele kastanjebomen in het gebied zijn dan ook vele honderden jaren oud. La Médulas heeft dankzij de veelheid van kastanjebomen die er staan een groot aandeel in de productie van kastanjes van het land.

Het gebied is biotoop van diersoorten als het everzwijn, de boskat, de ree en honderden vogelsoorten, vooral bij de rivier Cabrera en het meer Carucedo.

>>Zie meer fotos op het foto blog.