'Silbo gomero', de fluittaal van Gomera


Toen de Spanjaarden in de vijftiende eeuw voor het eerst op de Canarische Eilanden kwamen verbaasden zij zich over de manier waarop de 'Guanches', de oorspronkelijke bewoners, over grote afstand met elkaar communiceerden door middel van fluitende tonen. De ontwikkeling van dit bijzondere communicatiesysteem heeft dan ook te maken met het geheel eigen, meestal ruwe landschap op deze vulkanische eilanden, met hun diepe valleien en scherpe ravijnen.

Ook al stond de Canarische fluittaal in het midden van de 20ste eeuw nog op het punt om te verdwijnen, heeft het dankzij overlevering tot op heden op het eiland Gomera kunnen blijven bestaan. Vanwege de uitzonderlijke waarde van deze bijzondere manier van communiceren is het in 2009 door de Unesco uitgeroepen tot immateriëel erfgoed van de mensheid (>>zie hier de complete lijst van Spaans werelderfgoed).

Ook door de Europese Unie werd het officiëel erkend als een Europese taal. Daarmee is het één van de 60 talen geworden die binnen de EU regionaal gesproken worden (verder zijn er 23 officiële talen en 100 die gesproken worden door de geïmmigreerde bevolking). Al eerder werd het opgenomen in het leerplan voor het Basisonderwijs van het eiland, d.w.z. dat schoolkinderen het als verplicht vak op school hebben. Tegenwoordig kan dt plan dus beschikken over speciale subsidies van de Commissie voor Meertaligheid van de E.U.

De taal, nu in Spanje zelf 'Silbo gomero' genoemd -vanwege het feit dat het tnog exclusief op Gomera gebruikt wordt- is in staat om een onbeperkt aantal mededelingen uit te drukken door het nabootsen van lettergrepen op basis van de klankkenmerken van het Spaans, de taal die op de Canarische Eilanden wordt gesproken. Het kan echter in principe op iedere andere taal worden toegepast. Omdat het niet meteen voor iedereen toegankelijk is werd deze fluittaal ook wel als een geheimtaal gebruikt, bijvoorbeeld als verdedigingsmiddel van de inheemse bevolking tegen een vijand of door smokkelaars.