De triomfantelijke terugkeer in Spanje van 'La Mercedes'

Op 5 oktober 1804 verging op de Atlantische Oceaan een Spaanse oorlogsschip  ‘La Mercedes’ door een aanval met kanonnen door de Engelse fregatten 'Indefatigable', 'Lively', 'Amphion' en 'Medusa'. Aan boord waren 315 mannen, waarvan 52 de aanval overleefden. Met het schip vergingen ook honderden gouden voorwerpen en -munten, en 574.553 zilverstukken met een waarde van 951.227 pesos -belastinggeld dat opgehaald werd uit de kolonies in  Amerika. Die aanval betekende de onmiddellijke capitulatie van 'La Clara', 'La Fama' y 'La Medea', fregatten die 'La Mercedes' vergezeld hadden in haar reis onder leiding van admiraal José de Bustamante vanuit Montevideo naar Cádiz, en het einde van een periode van Spaanse neutraliteit in de oorlog, die Napoleon voerde met Engeland.

Op 18 mei 2007 werd het schip door het Amerikaanse bergingsbedrijf 'Odyssey' teruggevonden. Dit gebeurde voor de kust van Portugal, vlakbij de Straat van Gibraltar, waarna het bergingsbedrijf  het zeventien ton wegende schip naar Tampa in Florida overbracht.

Rechtzaak
De Spaanse autoriteiten dienden daarna bij de rechtbank in Tampa verschillende aanklachten tegen het 'Odyssey' in, waarin ze het bedrijf beschuldigden van diefstal. Ze achtten dat de waardevolle schat Spaans cultureel erfgoed is en daarom aan Spanje toebehoort.Na een lange reeks van processen over wie de rechtmatige eigenaar was, besliste de rechter begin dit jaar dat de schat moest worden teruggegeven.

Expositie
Op 6 december 2012 werd een deel van de inhoud van de schat van het Spaanse oorlogsschip gepresenteerd. Binnenkort zal het in zijn geheel worden overgedragen aan het Nationaal Museum van Onderwater Archeologie in de stad Cartagena, welke het volgend jaar zal tentoonstellen. De waarde wordt geschat op zo'n 380 miljoen euro.