De eenwording van Spanje

In 1492, het jaar waarin Columbus Amerika in naam van de koningin van Castilië ontdekte en het Kalifaat van Granada was gevallen, bestond wat men nu Spanje noemt nog steeds -behalve het kleinere Navarra- uit twee grote koninkrijken, Castilië en Aragón. In 1574 was na de dood van haar halfbroer, Hendrik IV, Isabella I tot koningin van Castilië uitgeroepen en vijf jaar later na de dood van zijn vader, Johan II, was Ferdinand II tot koning van Aragón gekroond. Die twee feiten had Castilië en Aragón dichter bij elkaar gebracht dan ooit, want beiden waren in 1469 met elkaar getrouwd.

Isabella en Ferdinand kregen vijf kinderen: Isabella, Johan, Johanna, Maria en Catharina. Toen de Isabella en Ferdinand Johanna, hun tweede dochter uithuwelijkten aan de landsheer van de Bourgondische Nederlanden, Filips bijgenaamd de Schone, konden ze nooit vermoeden dat uitgerekend zij de eerste zou zijn, die koningin zou worden van zowel het koninkrijk Castilië (1504-1555) als het koninkrijk Aragón (1516-1555). Op dat moment, in 1496, leefde de kroonprins, of Johan, nog en ook hun eerstgeborene dochter Isabella. Bovendien zou Isabella, die getrouwd was met Emanuel I van Portugal, in 1498 een zoon, Miguel da Paz, de voorlopig dus de derde in de lijn der troonsopvolging.

Fransgezind
Het lot wilde echter dat achtereenvolgend kroonprins Johan in 1497, prinses Isabella in haar kraambed in 1498 en diens zoon Miguel in 1500 het leven lieten, waardoor Johanna en daarmee haar Habsburgse echtgenoot wettelijke opvolgers werden van de zowel Castilië als Aragón. Het vooruitzicht ooit heerser te worden van Oostenrijk, de Nederlanden en heel Spanje zorgde dat het oorsprobkelijk neutrale beleid van Filips de Schone een abrupte ommekeer bleefde. Omdat ook nog Johanna in 1500 het leven had geschonken aan een zoon, Karel, werd een jaar later een huwelijksovereenkomst te sluiten met de Franse koning Lodewijk XII voor diens dochter, Claude. Ook wist hij een toenadering tussen zijn vader, keizer Maximiliaan I en de Franse koning tot stand te brengen met in 1504 het verdrag van Blois ten gevolge. Hiermee bereiktenj beide vorsten een akkoord over het door hen betwiste hertogdom Milaan.

Deze situatie was een doorn in het oog van de koningen van Spanje, ook nog gezworen vijanden van Frankrijk. Bovendien had Johanna een onevenwichtige persoonlijkheid: ze was tot over haar oren verliefd op haar Bourgondische man en omdat deze steeds minder aandacht voor haar had een slachtoffer van haar eigen jaloezie en zelf gekozen isolement. Alleen op de momenten dat Filips zijn aandacht op haar richtte herleefde ze, wat meestal gebeurde wanneer Filips haar nodig had m.b.t. zijn toekomstige koningsschap over Castilië en Aragón.

In 1504 stierf koningin Isabella. Toen Filips en Johanna echter in Castilië aankwamen om aanspraak te maken op de troon kregen ze te maken met haar weduwnaar, die ertoe bereid was alles te doen om hen daarin tegen te werken. Desondanks werden ze op 15 juli 1506 officieel door de 'Cortes', een soort parlement bestaande uit edelen, geestelijken en notabelen, erkend. Johanna werd de rechtmatige koningin van Castilië en haar man koning-gemaal als Filips I.

De dood van Filips
Lang zou Filips niet van zijn overwinning kunnen genieten. Nauwelijks drie maanden later overleed hij in Burgos, waarschijnlijk vergiftigd, een gebeurtenis die van groot belang zijn voor het verdere verloop van de Spaanse geschiedenis. De nog altijd smoorverliefde Johanna was ontroostbaar. Ze sloot zich af van de buitenwereld en verwaarloosde al haar taken als koningin van Castilië. Het schijnt dat ze het lijk van haar geliefde heeft laten balsemen en het in een loden kist bij zich in de slaapkamer bewaarde. Ook moet ze aan zelfkastijding hebben gedaan, waarbij ze soms op de koude grond sliep. Allerlei verhalen, die getuigen van de opbloei van een ernstige geestesziekte gingen in elk geval al spoedig de ronde, wat haar de bijnaam Johanna de Waanzinnige zou opleveren.

Ferdinand aarzelde niet om zijn dochter te laten opsluiten en zelf als regent van Castilië de macht overnemen, waarna hij in 1512 het zuidelijke gedeelte van het koninkrijk Navarra veroverde. Toen hij dus in 1516 en de zoon van Johanna onder de naam Carlos I het koningschap kreeg over zowel Castilië als Aragón was de eenwording van Spanje een feit, aanvankelijk nog als een personele unie, wat wil zeggen dat de verschillende delen van het land nog wel een eigen wetgeving en rechtspraak bleven behouden. Pas na de >>Spaanse Sucessieoorlog zou daar definitief verandering in komen en Spanje een staat worden.

Carlos I was overigens ook koning van Sardinië, Sicilië en Napels in Italië, van een koloniaal rijk in Amerika en van de Filipijnen. Sinds 1515 was hij ook nog heer van de Nederlanden en in 1519 werd hij door de Duitse keurvorsten gekozen tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk, onder de ons bekendere naam Karel V.

Afbeeldingen: (van boven naar beneden) het katholieke koningspaar Isabella en Ferdinand tijdens hun bruiloft in 1469; Johanna als meisje; Filips de Schone in 1500 (door de Meester van de Magdalena legende); Johanna met de loden lijkkist (een later schilderij, van Francisco Pradillo Ortiz).

Lees ook: >>Johanna de Waanzinnige, alleen in naam koningin van Spanje